Projectomschrijving

Het gebouw heeft een footprint van 780m² en is één langgerekt stedelijk gebouw met een lengte van 68,7m en een breedte van 12,8m. Het gebouw telt vier bovengrondse bouwlagen en een ondergrondse parkeerlaag voor fietsen en wagens. Het gebouw wordt centraal op het terrein ingeplant in lijn met de overige reeds gerealiseerde bebouwing op veld 7. Het gebouw is de laatste invulling van dit veld. De ontsluiting van de parking gebeurt rechtstreeks via de Pauline Van Pottelsberghelaan, die met deze aanvraag ook zal worden verlengd en een nieuwe aansluiting op de Louis Blériotlaan krijgt.

Het gebouw bevat 89 kamers en is bestemd voor kortverblijfwonen in de vorm van kamergerelateerde logies. Het programma valt bijgevolg onder bijlage 3 categorie 2 van het Vlaamse logiesdecreet.

In lijn met de andere gebouwen gelegen naast veld 07 is voor het ontwerp vertrokken van een eenvoudig rechthoekig volume. In de zoektocht naar het optimaliseren van de relatie tussen gebouw en buitenruimte werd ervoor geopteerd het volume langgerekt en smal te maken zodat langs het volume ruimte rest voor een kwalitatieve groene buitenruimte.

Om deze groene buitenruimte nog verder uit te breiden en de relatie ermee uit te bouwen werd het volume centraal nog verder versmald d.m.v. van een insprong in de gevel. Deze versmalling situeert zich enkel langs de zijde van de Pauline van Pottelsberghelaan en accentueert op deze manier de adressering en inkom van het gebouw. Langs de zijde van de Louis Blériotlaan blijft de krachtige rechtlijnigheid van de robuuste langse gevel behouden zodat het gebouw zich voldoende kan profileren t.o.v. de naastliggende drievaksbaan.

De verdeling van de gevel in drie delen wordt handig aangegrepen om tot een zuiver grondplan te komen waarbij in de versmalde centrale zone de collectieve delen van het gebouw worden ondergebracht en in de twee brede kopzones de individuele kamers. Op deze manier zijn de kamers evenwichtig verdeeld langs beide zijden van de collectieve ruimtes en blijven de interne loopafstanden beperkt. Samen met de centrale gang die van het ene uiteinde van het gebouw, in een rechte lijn, langs de kamers en de collectieve ruimte naar het andere uiteinde van het gebouw loopt ontstaat een duidelijk leesbaar plan. Dit is zeker bij een gebouw met kortverblijf functie zeer wenselijk.

Op het einde van de centrale gang zijn op de koppen van het gebouw, naar analogie met New Yorkse gevelbeelden, twee stalen buitentrappen aangebracht die dienst doen als vluchttrappen. Om deze buitentrappen architecturaal te laten aansluiten bij de rest van het gebouw, en deze kopse gevel als volwaarde gevels aan te kleden, worden de trappen uitgevoerd in dezelfde goudtint die doorheen het gebouw gebruikt wordt als accentkleur.

Als collectieve ruimtes in de centrale zone van het gebouw zijn er op elke verdieping grote lounge en relaxruimtes voorzien waar de gasten gebruik kunnen maken van gemeenschappelijke kook-, eet- en ontspanfaciliteiten. Ter plaatse van deze collectieve ruimtes wordt de centrale gang die alle kamers verbindt een buitenpasserelle die gebruikt kan worden als collectief buitenterras. Het blijft echter steeds mogelijk om via de collectieve ruimtes ook binnen het gebouw van de ene gebouwhelft naar de andere te circuleren.

Op het gelijkvloers bevinden zich in de linkse zone 14 kamers en in de rechtse zone 3 kamers, de inrit naar de ondergrondse parking, een technische ruimte en een backofficelokaal. De 3 bovenliggende bouwlagen zijn identiek  en bieden elk plaats aan 24 kamers. Dit geeft een totaal van 89 kamers.

Voor het gebouw is gekozen voor een robuuste stedelijke uitstraling door te werken met gerecupereerde baksteen. Op deze manier past het gebouw architecturaal zowel bij de huidige als de toekomstige uitstraling van de contextuele omgeving “The loop”. Het gebruik van baksteen sluit op vlak van uitstraling ook beter aan bij het programma dat, in tegenstelling tot de naastliggende kantoren, kortverblijf is. Om de horizontaliteit van het gebouw nog verder te benadrukken wordt er gewerkt met banden met verticaal metselwerk die de grote gevelvlakken per bouwlaag breken. Deze metselwerkbanden worden gekroond met een gouden rand die net zoals de gouden dakrand rondom het gebouw loopt. Goud wordt gebruikt als accentkleur binnen het project en wordt consequent toegepast op alle elementen die het verdienen om geaccentueerd te worden zoals: de passerelles, de borstweringen, de ramen, de vluchttrappen,…

Voor de kamers werd een raampartij uitgewerkt die kan worden toegepast op elke kamer waardoor  door een consequente herhaling over het volledige gebouw een strak gevelritme en een rustige huislijke uitstraling bekomen wordt. De nadruk ligt op rustige herhaling i.p.v. op drukke speelsheid, de huislijkheid streeft naar een gevoel van geborgenheid en comfort. De openheid van de ramen, die ook echt geopend kunnen worden, speelt in op de verbinding met de naastliggende tuin.

De repetitie wordt subtiel doorbroken ter hoogte van de centrale zone met de collectieve ruimtes waar de raampartijen vergroten tot open loggia’s aan de kant van de Louis Blériotlaan en grote gevelopeningen aan de kant van de passerelles.

Om de “plint” van het gebouw te accenturen kreeg het gelijkvloers een grotere vrije hoogte met raampartijen die tot op de grond komen. Dit zorgt ervoor dat de kamers eventueel kunnen worden ingericht met een mezzanine.

Ter hoogte van de inkomzone op het gelijkvloers wordt de ritmering van de raampartijen doorbroken en vervangen door een paar grote raampartijen die, verder versterkt door een uitkragende luifel, de inkom accentueren. Deze extra openheid naar de onthaalzone en de gemeenschappelijke collectieve ruimte wil ervoor zorgen dat de bezoeker zich aangetrokken voelt om naar binnen te komen, maar ook een relatie opbouwen met de tuinzone om extra aan te sporen tot collectief gebruik van het groen door de bewoners en het bekomen van een echte gemeenschap.

Visualisaties door Nanopixel BV in opdracht van Upkot, Upgrade Estate en Wing Upkot.